Citrus medica is een citrusboom met bijzondere eigenschappen. Bij deze soort wordt niet het vruchtvlees maar juist de schil gebruikt in verschillende recepten. De medica komt van oorsprong uit India en heeft zich daarna als cultivar verspreid tot in West-Europa.
Ook deze citrus kan vanaf half mei tot begin oktober op het terras staan. Hij ruikt heerlijk en zelfs het blad geeft een frisse zoete geur in de zomermaanden.
Cederappel is gemakkelijk in het onderhoud, vanaf april t/m september een gift mest (iedere 4 weken) en waterbehoefte in de zomer is matig (zeker niet te nat, maar niet uit laten drogen).
De vrucht is ovaal vormig en heeft een onregelmatige schil. De variant Buddha's hand lijkt zeker op deze soort qua schil. De vrucht kan gigantisch worden, het record staat op een vrucht van 4 kilo. In ons klimaat zal dit zeker niet gaan gebeuren. De rijpe schil is geel en bevat een heerlijk geurende olie. Onder deze schil zit een dikke witte vezelrijke schil met daarbinnen dan weer lichtgroen/geel vruchtvlees. Het vruchtvlees kan zoet maar ook zuur zijn en maakt slechts een klein deel van de vrucht uit.
In de Romeinse tijd gebruikte men de vrucht van de Sukadeboom vaak in gerechten. Ook werd gedacht dat deze soort medische eigenschappen had, vandaar de Latijnse naam medica.
Sukade wordt na het plukken een maand gepekeld, hierna moet de vrucht in suikerstroop gekookt worden om de schil te konfijten. Sukade wordt in verschillende gerechten gebruikt. Onder andere gebak, cakevulling, oliebollen of ontbijtkoek. Naast de sukade wordt de vrucht ook veel gebruikt als etherische olie. Deze olie wordt nog altijd gebruikt in sommige huidverzorgingsproducten.
Winterhardheid zone 10b (+2ºC).