De Maté plant oftewel Ilex paraguariensis, oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Amerika, gedijt het beste op een warme plek met voldoende zonlicht. Optimale groei wordt bereikt in goed doorlatende grond. Zorg voor regelmatige bewatering, waarbij de bodem vochtig blijft zonder wateroverlast te veroorzaken. Voldoende ruimte voor groei is essentieel. De plant moet vorstvrij overwinteren met een minimale temperatuur van boven de 5 ºC. In de lente zomer mag deze plant geregeld meststof krijgen en hij mag regelmatig gesnoeid worden om in vorm te blijven.
De bladeren van de Maté bevatten cafeïne en antioxidanten, wat niet alleen bijdraagt aan een energieboost, maar ook een gezonde toevoeging vormt aan je dagelijkse routine.
Het maken van Maté thee is een eenvoudig proces. Oogst een handvol verse bladeren en laat ze drogen in de zon. Eenmaal gedroogd, verkruimel je de bladeren en gebruik je een theefilter om een verkwikkende infusie te creëren. Giet heet water over de bladeren en laat ze trekken voor de perfecte kop Maté thee.
Maté thee heeft een unieke en karakteristieke smaak die vaak wordt omschreven als aards, kruidig en licht bitter. De smaak wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de groeiomstandigheden van de plant, de oogsttijd en de bereidingswijze van de thee.
De aardse tonen komen voort uit de natuurlijke eigenschappen van de Maté bladeren. De toevoeging van warm water onthult de diepe, kruidige smaak, terwijl de lichte bitterheid een aangename complexiteit toevoegt aan de drank. Sommige mensen vergelijken de smaak van Maté met die van groene thee, maar dan met een meer uitgesproken karakter.