Macadamia integrifolia of macadamianoot is van oorsprong uit Australië. De macadamianootboom wordt ook baphalnoot of Australische noot genoemd.
Deze plant werd door John Macadam rond 1850 ontdekt. Hij is familie van de Proteaceae en behoort tot de tweezaadlobbigen.
De Macadamia integrifolia is groenblijvend, het blad is donkergroen en glanzend.
Er zijn 9 verschillende soorten van de noot, zoals Macadamia integrifolia, M. claudiensis, M. grandis, M. hildebrandii, M. jansenii, M. whelanii, M. neurophylla en M. tetraphylla.
Alleen twee hiervan zijn interessant voor hun smakelijke eetbare noot en dat zijn de Macadamia integrifolia en de Macadamia tetraphylla.
De andere soorten bevatten onsmakelijke noten.
De bloesem is wit van kleur en hangt in trosjes naar beneden en bloei halverwege de lente.
Bomen van 5 jaar en ouder krijgen na de bloesem de vruchtzetting en kunnen de eerste noten gaan leveren.
In cultivatie wordt behalve dat de noten zo een lekkernij zijn voor consumptie en zeer voedzaam, er ook olie uit gewonnen.
Deze olie wordt veel gebruikt voor huidolie als alternatief voor nertsolie.
De macadamianoot wordt het beste in een kuip gehouden en in de winter koel weg zetten. Weinig water toedienen, tot dat het weer warmer wordt in het voorjaar. De macadamianoot is droogte-tolerant.
Tevens is snoeien geen probleem als de plant te groot wordt.
Oudere planten kunnen een paar graden meer vorst verdragen, zone 9a -5ºC.
Winterhardheid zone 9b (-3ºC).